het Huis en de vertrouwenspersoon
Huis voor Klokkenluiders belicht status Vertrouwenspersoon Integriteit
Resultaten onderzoek van het Huis voor klokkenluiders
Een recent onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders geeft interessante inzichten in hoe het er voor staat met de VPI. Hun conclusies:
- De rol van de VPI is vaak nog onduidelijk en onvoldoende ingebed in de interne meldstructuur
- De VPI moet meer (kunnen) doen om deskundigheid en kwaliteit te ontwikkelen en onderhouden
- Werkgevers kunnen zich meer inspannen voor een veilige cultuur en bescherming van de VPI
- Nieuwe wetgeving is denkbaar, werkgeversorganisaties zijn echter eerst zelf aan zet.
Om tot deze conclusies te komen heeft het Huis twee keer een expertsessie gehouden met een groep van 30 vertrouwenspersonen integriteit. Daarnaast heeft het Huis een onderzoek gedaan onder een grotere groep vertrouwenspersonen integriteit.
Uit het rapport blijkt dat er op meerdere gebieden aan professionaliteit gewerkt moet worden, en dat de vertrouwenspersonen zelf daar een belangrijke rol in kunnen spelen. Enerzijds door zelf continue te blijven werken aan verdieping van kennis en aanscherping van vaardigheden, anderzijds door deze kennis in te zetten richting opdracht- of werkgever, om er ook voor zorg te dragen dat de VPI een onderdeel is van een goed ingerichte organisatie, waarin zowel medewerkers als de VPI zich veilig en gewaardeerd voelen.
De potentie van vertrouwenspersonen vraagt aandacht
Een vertrouwenspersoon heeft potentie voor een organisatie. Zoals ook recent door mij uiteengezet in een bijdrage voor het Tijdschrift voor Compliance. Uit deze bijdrage, zowel als uit het rapport van het Huis, blijkt dat deze potentie nog wel wat aandacht vraagt, wil het tot bloei kunnen komen. En het is mede aan de vertrouwenspersoon om deze potentie te realiseren.
Een goede manier om dat te doen is middels verbreding van het werkterrein van de vertrouwenspersoon. Met het Huis ben ik voorstander van een ‘allround’ vertrouwenspersoon die zowel thuis is op het gebied van ongewenste omgangsvormen als integriteit. Waarom?
Omdat ik zie dat medewerkers (en vaak ook opdrachtgevers) het onderscheid niets zegt, en ze gewoon op zoek zijn naar iemand die hun kan bijstaan in datgene waarmee ze worstelen. Daarnaast weet ik uit eigen ervaring dat zaken die aan een vertrouwenspersoon voorgelegd worden vaak elementen van beide kunnen bevatten.
Het Huis voegt daaraan toe dat een combinatie het aantal gesprekken zal doen toenemen, en dat is van belang voor een vertrouwenspersoon om middels een veelheid van praktijkzaken een expertise op te kunnen bouwen.
Ook constateert het Huis dat medewerkers vertrouwenspersonen niet enkel benaderen voor een melding of klacht, maar ook om te kunnen klankborden over eigen dilemma’s en integriteitskwesties. Het Huis meent dat dat komt omdat de integriteitsregelingen die organisaties hebben, niet erg bekend of vaak ingewikkeld te interpreteren zijn.
Ik denk dat dat (ook) komt, omdat geen enkele regeling zo helder of alomvattend kan zijn, dat het antwoorden geeft op alle vragen en dilemma’s die in de praktijk kunnen ontstaan.
De noodzaak van kennisontwikkeling voor vertrouwenspersonen
Het realiseren van deze verbreding vraagt om een goede opleiding en regelmatige intervisie. De twee onderwerpen ongewenste omgangsvormen en integriteit hebben namelijk ieder hun uitdagingen op inhoud en organisatie. Een aantal daarvan heeft het Huis aangestipt in hun rapport, andere aspecten worden behandeld in de geaccrediteerde twee daagse BNS training die ik geef bij de Merlijn Advies Groep, al dan niet te volgen in combinatie met de basisopleiding tot vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen. Maar ook in-company trainingen zijn mogelijk. wilt u meer weten? neem dan even contact met me op,
De zet is aan u,